‘Anton van Duinkerken – Brabander en zijn relatie met Oosterhout (Monseigneur Frencken en Pieter van der Meer de Walcheren)’. Tentoonstelling gehouden in de Openbare Bibliotheek ‘De Bussel’ te Oosterhout van 10 november t/m 9 december 1989. Realisatie Bernard Asselbergs in samenwerking met de tentoonstellingscommissie ‘Anton van Duinkerken’.

Voor het affiche werd een portret gekozen, genomen door Johanna Asselbergs (1905-1983), die haar schrijvende broer thuis in Bergen op Zoom fotografeerde. De zwart-wit afdruk werd in 1928 voor het eerst gepubliceerd in het maart-aprilnummer van het tijdschrift De Gemeenschap.

Mijn aandeel voor deze tentoonstelling bestond voornamelijk uit het aanleveren van expositiemateriaal uit de nalatenschap van mijn vader en uit mijn persoonlijke verzameling (AvDcollBA). De betrekkingen van mijn vader met Oosterhout waren aanleiding om de betekenis voor hem zowel van Monseigneur Frencken, van Pieter van der Meer de Walcheren als van zijn heeroom Kees, pastoor te Oosterhout, nader te belichten. De basis hiervoor vormde Van Duinkerkens beschrijving van deze figuren in zijn Brabantse herinneringen uit 1964. Mijn speurtocht naar dit verleden leverde een schat aan documenten op; waarvan hieronder een greep.
Monseigneur Frencken (1886-1946)

‘Bij mijn afscheid van het klein seminarie heb ik een rol gespeeld in de weder-opvoering van Frenckens vroegere drama Gekruisigd, dat in 1913 geschreven was’.
In: Anton van Duinkerken, Brabantse herinneringen, p. 116.
Pieter van der Meer de Walcheren (1880-1970)

Als oudere had Van der Meer een belangrijke invloed op de ‘Katholieke jongeren’.





Als recensent heeft Van Duinkerken levenslang de geschriften van Pieter van de Meer de Walcheren kritisch gevolgd; als vriend bleven ze met elkaar in gesprek en was Van Duinkerken vaak feestredenaar, zowel tijdens het afscheidsdiner in maart 1929 als bij Pieters kroonjaren. Bij Van der Meers zeventigste verjaardag in 1950 te Breda besloot mijn vader de huldiging met de woorden: ‘Gij, Pieter, hebt te weinig van een standbeeld, of ge mist iets anders, maar gij zijt geen mens om te huldigen. Wij willen daarom meer doen: wij willen u danken voor uw boeken, maar vooral voor uw bezieling, die daaruit spreekt, de inwerking van uw geest op onze letterkunde en op ons vaderland’. Bij de 85ste verjaardag typeerde Van Duinkerken de werken van Van der Meer als: ‘“ervaringsboeken”: ze hebben geen “werkkarakter”, er wordt niet literair gewerkt, maar er wordt – van “Jong leven” tot het laatst verschenen boek – een ervaring verhelderd’.

Pastoor Asselbergs (1878-1943)






Het jaarverslag 1989 van de Openbare Bibliotheek ‘De Bussel’ meldt onder de kop ‘Tentoonstellingen’ het volgende:
De expositie ‘Anton van Duinkerken-Brabander’ en zijn relatie met Oosterhout mag zeker als een hoogtepunt uit het verslagjaar worden gezien. Het vele, vaak unieke, archiefmateriaal (beschikbaar gesteld door Dhr B. Asselbergs, zoon van Anton van Duinkerken) heeft daar zeker toe bijgedragen. De tentoonstelling werd geopend door ex-minister E. Nijpels. Uit alle delen van de provincie was er voor deze tentoonstelling zeer veel belangstelling.