COLLECTIE
Achtergrond van het ontstaan en de vorming van de Anton van Duinkerken collectie (AvDcollBA)
Na het overlijden van mijn vader, de schrijver Anton van Duinkerken, pseudoniem van W.J.M.A. Asselbergs, (geb. Bergen op Zoom, 02-01-1903 – † Nijmegen, 27-07-1968) werd zijn literaire nalatenschap als bruikleen bij het Letterkundig Museum, het huidige Literatuurmuseum (LM), te Den Haag ondergebracht en daar ontsloten onder signatuur A 00455 (32.216 treffers). Het erfdeel bestaat uit een zeer omvangrijk en systematisch geordend archief dat Van Duinkerken als schrijver, journalist en wetenschapper, maar ook als redacteur en organisator zijn leven lang heeft bijgehouden.
Bij de overdracht van zijn archief naar het LM vormde de enige uitzondering: de boeken die mijn vader geschreven had en die als auteursexemplaren te beschouwen zijn. Deze boeken bleven bij mijn moeder, L.J.A. Asselbergs-Arnolds, (geb. Bergen op Zoom, 22-06-1903 – † Arnhem, 21-04-1990). Dit gedeelte vormde de basis van de huidige collectie: AvDcollBA.
Uit interesse begon ik, als jongste zoon, in 1980 deze auteursexemplaren te beschrijven en startte een documentenstudie over het gedrukte literaire werk van mijn vader en stelde ik een bibliografische verzameling samen. Deze bezigheid motiveerde mij om op verschillende onderwerpen dieper in te gaan. Tijdens deze werkzaamheden ondervond ik adequate en liefdevolle support van mijn moeder.

Categoriseren en complementeren van de AvDcollBA
Om de collectie zo goed mogelijk te kunnen interpreteren, maakte ik een onderverdeling in de afzonderlijk verschenen publicaties AvD (ca. 200 titels en issues); de verspreide publicaties AvD in boekuitgaven (ca. 250 inleidingen en bijdragen) en de primaire teksten AvD in dagbladen en periodieken (ca. 4.500 artikelen).
De verzameling boeken en publicaties met de gegevens erover zijn inmiddels geordend, beschreven en systematisch ondergebracht in boekenkasten en archiefdozen.
Bij de verzameling auteursexemplaren constateerde ik leemtes die ontstaan zijn doordat mijn vader exemplaren cadeau gaf of omdat hij ze gebruikte voor een herdruk en deze vervolgens niet terugkeerden van de uitgever. Wat hier en daar ontbrak, vulde ik aan met antiquarische exemplaren. Bij het complementeren werd door mij niet alleen gelet op ontbrekende herdrukken en vormvarianten, zoals luxe uitgaven en boeken gebonden in een afwijkende band, maar werden aan de collectie alle denkbare bijzondere exemplaren toegevoegd. Daartoe rekende ik eveneens publicaties met een handgeschreven opdracht, met aangebrachte correcties en aantekeningen of met andere gebruikssporen voor zover ze informatie verstrekten over o.a. netwerk, datering en zetsel of relevante referentieaanwijzingen bevatten. Deze uitbreiding zorgde bovendien voor extra levendigheid binnen de collectie. In mijn enthousiasme verzamelde ik verder alle beschikbare informatie over de publicaties, zoals te vinden in prospectussen, recensies en dergelijke. De combinatie publicatie – informatie is hierdoor voor mij onlosmakelijk verbonden.
Met mijn aanpak zijn de auteursexemplaren onderdeel geworden van een groter geheel. Het gewenste hoofddoel om de gedrukte geschriften van Anton van Duinkerken fysiek zo compleet mogelijk bijeen te brengen in één gedocumenteerde verzameling is daarmee verwezenlijkt. Tegelijkertijd is de boekwetenschappelijke bestudering van het oeuvre mogelijk gemaakt. De interesse in dit facet van de collectie zal – durf ik te stellen – in de toekomst beslist blijven toenemen.


Publieke aandacht voor werk en leven van Anton van Duinkerken
Vanaf het begin vormden de verwoed bij elkaar verzamelde soms unieke documenten de context die vertelt hoe een werk tot stand is gekomen; hoe de uitgever en vormgever er een eigen signatuur aan hebben gegeven en hoe het werk is ontvangen door recensenten en lezerspubliek. Tegelijkertijd roepen deze gegevens een genuanceerd tijdsbeeld op. De reacties op het werk van mijn vader leidden vaak tot polemieken, waarvan de vurigheid mij bijzonder aan blijft spreken.





Van Duinkerken als pamflettist: selectie uitgaven uit de AvDcollBA
Voor velen, die de nalatenschap van mijn vader raadpleegden, kon ik in de loop van de tijd een welkome vraagbaak zijn en verleende ik bij de studies alle nodige medewerking en dat is nog steeds het geval. Daarnaast adviseer ik als externe deskundige de ‘Stichting Anton van Duinkerken Nu’, die sinds 2019 in Bergen op Zoom gezeteld is.