Voordracht door Bernard Asselbergs, ‘Bij het in ontvangst nemen van het eerste exemplaar van de nieuwste vertaling: Josef Roth, Radetzkymars’

In Café Le Tournon, Parijs Nov. ’38: ‘Das bin ich wirklich; böse, besoffen, aber gescheit. Joseph Roth in: het juninummer 1939 van De Gemeenschap, p. [303], als illustratie bij het ‘In memoriam Amici Joseph Roth’ door Anton van Duinkerken.
Roth werd door Mies Blomsma (1905-1940) geportretteerd tijdens haar bezoek met Gerth Schreiner (1892-1940) te Parijs. Schreiner schreef voor het avondblad van Het Volk van 26 november 1938: ‘Ontmoeting met Roth. “Waar het op aan komt… Dat de mensen te eten hebben”’

Voordracht door Bernard Asselbergs gehouden tijdens het colloquium: Joseph Roth in Nederland en Vlaanderen. Receptie en vertaling van een veelzijdig oeuvre op 28 en 29 mei 2009 te Gent.

Omslag Radetzkymars, Uitgeverij Atlas Amsterdam 2009, 14 x 21,7 cm

Als deelnemer aan het colloquium, georganiseerd door het Departement Vertaalkunde van de Hogeschool Gent in samenwerking met de Universiteit Gent en de Universiteit Utrecht, viel mij de eer te beurt het eerste exemplaar van de zojuist verschenen nieuwe vertaling door Elly Schippers van de Radetzkymars in ontvangst te mogen nemen. In het dankwoord refereerde ik aan het exemplaar van de Radetzkymarsh dat Joseph Roth destijds mijn moeder cadeau had gedaan toen hij ons gezin thuis in Amsterdam bezocht. Hij schreef er een opdracht in. Op visite gaan, was niet bepaald de gewoonte van Joseph Roth.

Eerste druk, 31.-35.000 tal, jan. Für L. Asselbergs-Arnolds in 1933, Kiepenheuer, Berlin, 11 x18 cm herzlicher Verehrung, Joseph Roth. (AvDcollBA)
Eerste druk, 31.-35.000 tal, jan. 1933, Kiepenheuer, Berlin, 11 x18 cm (AvDcollBA)
Für L. Asselbergs-Arnolds in herzlicher Verehrung, Joseph Roth
Für L. Asselbergs-Arnolds in herzlicher Verehrung,
Joseph Roth

Najaar 1937 spoorde mijn vader zijn vriend Joseph Roth aan om bij zijn ouders in Bergen op Zoom aan te sterken. Roth kon er schrijven, lezen, wandelen en drinken, want de schrijverskamer van mijn vader stond hem ter beschikking. Vader Asselbergs, van beroep bierbrouwer, wist met drankgebruik om te gaan. Na bijgespijkerd te zijn, vertrok Roth via Antwerpen en Oostende richting Parijs. Dit zou zijn laatste verblijf aan ons land zijn. In 1939 overleed Roth een tragische dood. Van Duinkerken herdacht zijn vriend in De Groene Amsterdammer van 3 juni ’39 en schreef voor het juninummer van De Gemeenschap het aangrijpende gedicht ‘In memoriam Amici Joseph Roth’, dat ik het colloquiumgezelschap voorlas.

In Café Le Tournon, Parijs Nov. ’38: ‘Das bin ich wirklich; böse, besoffen, aber gescheit.  Joseph Roth in: het juninummer 1939 van De Gemeenschap, p. [303], als illustratie bij het          ‘In memoriam Amici Joseph Roth’ door Anton van Duinkerken. Roth werd door Mies Blomsma (1905-1940) geportretteerd tijdens haar bezoek met Gerth Schreiner (1892-1940) te Parijs. Schreiner schreef voor het avondblad van Het Volk van 26 november 1938: ‘Ontmoeting met Roth. “Waar het op aan komt… Dat de mensen te eten hebben”’
In Café Le Tournon, Parijs Nov. ’38: ‘Das bin ich wirklich; böse, besoffen, aber gescheit. Joseph Roth in: het juninummer 1939 van De Gemeenschap, p. [303], als illustratie bij het ‘In memoriam Amici Joseph Roth’ door Anton van Duinkerken.
Roth werd door Mies Blomsma (1905-1940) geportretteerd tijdens haar bezoek met Gerth Schreiner (1892-1940) te Parijs. Schreiner schreef voor het avondblad van Het Volk van 26 november 1938: ‘Ontmoeting met Roth. “Waar het op aan komt… Dat de mensen te eten hebben”’
In: De Gemeenschap, juninummer 1939, p. [300-303]
In: De Gemeenschap, juninummer 1939, p. [300-303]
12inmemoriam2
12inmemoriam3

Els Snick, mede-organisator van het colloquium, vroeg mijn dankwoordje uit te werken als bijdrage voor een duitstalige bundel. In 2019 verscheen het als ‘Leben, das ist doch nicht wohnen und essen, das ist doch auch beten und trinken!’ bij Aisthesis Verlag te Bielefeld.